Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En het geschiedde in het twaalfde jaar [33]onzer gevankelijke wegvoering, in de [34]tiende [maand], op den vijfden der maand, [dat er] een [35]tot mij kwam, die van Jeruzalem ontkomen was, zeggende: De [36]stad is geslagen. 33. Met Jojachin of Jechonia. Vergelijk boven hfdst.1 vs.2, en hfdst.24 vs.1, en onder hfdst.40 vs.1; Jer.29:10, met de aantekening. 34. In het kerkelijk jaar genoemd Tebeth, passende op onzen December en Januari; nadat Jeruzalem op den negenden van de vierde maand van het vorige jaar door den koning van Babel, in het negentiende jaar zijner regering, was gewonnen, en zijn overste Nebuzaradan op den zevenden van de vijfde maand daar binnen was getogen; 2 Kon.25:3,8; Jer.39:2. 35. Volgens Gods voorzegging, boven hfdst.24 vs.26. 36. Jeruzalem is ingenomen en verwoest, en velen der inwoners zijn omgebracht; alzo 1 Sam.30:1; 2 Sam.15:14; 2 Kon.3:19; 1 Kron.20:1, en onder hfdst.40 vs.1; vergelijk Jer.43:11, en Jer.46:13, en Jer.47:1, enz.